Wetboek van Strafvordering
Artikel 390
[1.] In zaken, welke door oproeping op den dag zelven ter terechtzitting aanhangig zijn gemaakt, kunnen getuigen door den ambtenaar, die het feit heeft opgespoord, worden uitgenoodigd om ter terechtzitting van de kantonrechter te verschijnen. De uitnoodiging wordt op de wijze als is voorzien in artikel 587, tweede lid, uitgereikt aan den persoon van den getuige of te zijner woon- of verblijfplaats aan een zijner huisgenooten.
[2.] Een dubbel der uitnoodiging wordt bij de processtukken gevoegd.
[3.] Indien het openbaar ministerie de oproeping van den verdachte intrekt of oordeelt, dat de zaak op eene latere terechtzitting moet worden aangebracht, geeft het onverwijld, op de wijze door het openbaar ministerie te bepalen, aan de ingevolge dit artikel uitgenoodigde getuigen kennis, dat hunne uitnoodiging wordt ingetrokken. Het formulier der uitnoodigingen, in dit artikel bedoeld, wordt vastgesteld door den Minister van Justitie. Deze is bevoegd nadere voorschriften te geven ter uitvoering van dit artikel.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.